Sinds schooljaar 2017-2018 is er in het vak CKV voor havo en vwo het een en ander veranderd. Hieronder lees je wat en hoe!
Vanaf 1 augustus 2017 geldt het nieuwe examenprogramma CKV op havo en vwo. Dit zijn de belangrijkste verschillen met het oude programma:
Er is geen verplicht aantal culturele activiteiten meer.
Er is geen directe verplichting meer om een culturele instelling te bezoeken.
Er zijn nu meer aanknopingspunten voor verbreding en verdieping:
Nieuw toegevoegde kunstdisciplines: architectuur, film, nieuwe media, theater en combinaties hiervan. Beeldende vormgeving, dans, drama, en muziek zijn gebleven. Literatuur lijkt niet meer te worden genoemd.
Het vak wordt niet langer afgesloten met minimaal de beoordeling 'voldoende' of 'goed', maar met een cijfer dat meetelt in het zogenaamde combinatiecijfer.
NB. Voor CKV in het vmbo verandert er helemaal niets. Daar blijven de exameneisen en de vier verplichte activiteiten gehandhaafd.
Het examenprogramma van CKV bestaat uit vier domeinen:
Domein A: Verkennen. ‘Dit is wat ik doe, kan en weet’
De leerling verkent welke ervaringen hij heeft, welke kunst hij kent, wat hem aanspreekt en welke opvattingen hij heeft over kunst. Hij beziet hoe zijn opvattingen zijn gevormd en vergelijkt deze met die van klasgenoten, leeftijdsgenoten en anderen zoals experts en kunstenaars. Dit lijkt erg op het oude programma.
Domein B: Verbreden. 'Wat is dit?'
De leerling begeeft zich buiten de eigen comfort zone en stelt zich open voor uiteenlopende kunstuitingen in ‘levensechte professionele contexten’.
De leerling beschouwt / benadert / probeert deze kunstuitingen vanuit verschillende dimensies zoals feit & fictie, schoonheid & lelijkheid, amusement & engagement, digitaal & analoog, herkenning & vervreemding.
Het examenprogramma schrijft voor dat in havo ten minste drie en in vwo ten minste vier verschillende kunstdisciplines worden gekozen. Scholen, docenten en leerlingen maken hierin hun eigen keuzes.